Achtergrond
4 March 2021 | 18.08
Edwin Venema
Edwin Venema
Deel dit artikel

Siep Wijsenbeek (FIN): ‘Compliance-druk verlamt, maar wij moeten zelf wel de basis op orde hebben’

Hij is directeur van FIN, de koepel van vermogensfondsen in Nederland, en ziet de laatste jaren hoe de stapeling van allerlei regels en voorschriften vanuit de overheid op het werk van zijn meer dan 350 leden, maar feitelijk filantropiebreed, een verstikkende werking heeft. Tegelijkertijd is Siep Wijsenbeek ook zelfkritisch: ‘Als je zelfregulering wilt, moet je in elk geval zelf optimaal transparant zijn. Dat begint al met de ANBI-publicatieplicht.’

Siep Wijsenbeek (FIN): ‘Compliance-druk verlamt, maar wij moeten zelf wel de basis op orde hebben’

De filantropiesector kreunt al geruime tijd onder de ‘compliance-tsunami’: zowel vanuit Brussel als Den Haag lijkt er geen einde te komen aan de voorstellen om de controle op stichtingen en verenigingen, waaronder ANBI’s op te schroeven. Er is angst voor witwassen en misbruik door organisaties met een anti-democratisch of terroristisch oogmerk. Zo was er het (intussen gesneuvelde) voorstel om alle donoren van giften boven de vijftien mille openbaar te maken, de aanmerkelijk verscherpte integriteitstoets én het zogenoemde UBO-register.

De filantropiesector moet middels de Samenwerkende Brancheorganisaties Filantropie (SBF) alle zeilen bijzetten om de gevolgen van al die maatregelen voor de achterban binnen de perken te houden. Siep Wijsenbeek schoof zelf al eens aan bij een sessie van het parlement over de invoering van het genoemde UBO-register, dat ook geldt voor alle bestuurders van fondsen, goede doelen en verenigingen, ongeacht of ze de ANBI-status hebben.

Lijkt deze regeldruk niet te passen in een patroon van geïnstitutionaliseerd wantrouwen ten aanzien van de burger: een heikel onderwerp dat sinds de toeslagenaffaire in het brandpunt van de belangstelling staat?

Siep Wijsenbeek: ‘De bak aan complianceregels die over ons wordt uitgestort, is onmiskenbaar groot. Dat kan zelfs verstikkend en demotiverend werken. Dat is niet goed, maar ik zeg er wel gelijk dít bij: als wij als filantropiefondsen onze ruimte willen claimen, dan moeten we ook antwoord geven op vragen uit de samenleving, politiek en overheid over onze kwetsbaarheid voor misbruik. Het begint ermee dat we ten minste de basis op orde hebben. De plicht van ANBI’s om hun basisgegevens te publiceren: iedereen begrijpt dat. Als je fiscaal gefaciliteerd wordt, moet je transparant zijn. Maar in de praktijk zien we dat veel ANBI’s dat nog niet op orde hebben. Dat maakt onze positie er niet sterker op. Willen we onze autonomie blijven koesteren, dan moeten wij de basis en onze zelfregulering op orde hebben om te voorkomen dat er nóg meer regels komen.’

Veel fondsen zijn vrijwilligersorganisaties. Ze hebben er evident moeite mee. Het lijkt eerder onmacht, dan onwil toch?

Siep Wijsenbeek: ‘Dat is zeker waar, maar het dwingt fondsen ook om slimmer na te denken over de eigen organisatie. Als je ziet dat alle regelingen bij elkaar optellen tot een te zware last, betekent het ook dat je steeds meer bestuurstijd kwijt bent aan de achterkant van je organisatie, daar waar je juist aan de voorkant vol voor je missie wilt gaan. De oplossing zit in het meer bedrijfsmatig kijken naar je eigen organisatie: daar zou naar mijn mening geen taboe op moeten rusten bij fondsen die grotendeels draaien op vrijwillige inzet. Welke kennis en competence zou je bijvoorbeeld kunnen uitsourcen of desnoods ‘poolen’? Behalve die fte-efficiency, zijn er ook genoeg externe aanbieders, zoals Orchestra, die in governance en administratie van toegevoegde waarde zijn. Daarin zijn sommige fondsen misschien nog te veel pennywise and poundfoolish vanuit de traditionele rentmeestergedachte.’

De compliancedruk maakt het ook steeds moeilijker om nieuwe, vrijwillige bestuurders te vinden, nog los van de dreiging van hoofdelijke aansprakelijkheid...

Siep Wijsenbeek: ‘Het vinden van nieuwe bestuurders is een belangrijk, maar ook complex onderwerp voor onze vereniging en achterban. Het is onlosmakelijk verbonden met het begrip diversiteit. Wil je in andere vijvers vissen dan de vertrouwde netwerken, wat voor propositie heb je dan? Je inzetten voor een prachtig doel, maar ook de keerzijde van die medaille: geen vergoeding, maar wel persoonlijke aansprakelijkheid en veel regelgedoe...

Het kan dus lastig zijn om nieuwe bestuurders te vinden, of eigenlijk moet ik zeggen: vrijwilligers. De trend op dit gebied is dat mensen steeds minder voor langere tijd willen vastzitten aan hun maatschappelijke inzet. In onze sector is het echter belangrijk dat je je juist voor langere tijd kunt verbinden aan het realiseren van een ideaal. Dat schuurt.

Samen met NOV en enkele van onze leden werken we nu aan een aanpak om een divers vrijwilligersbestand bij organisaties door heel Nederland te stimuleren. Met het traject Expeditie Nieuwe Gezichten, dat in januari van start is gegaan, hopen we vrijwilligersorganisaties te helpen met het maken van nieuwe wervingsplannen en tegelijkertijd nieuwe doelgroepen te inspireren om zich blijvend in te zetten als vrijwilliger.’ 

‘Diversiteit’ is complex en ‘doe’ je niet zomaar even...

Siep Wijsenbeek: ‘Wil je blijvend maatschappelijk relevant zijn, dan moet je kritisch naar je eigen organisatie en de samenstelling daarvan kijken. Dat geldt nadrukkelijk ook voor de FIN als organisatie zelf. Het is een weerbarstige materie die uitdaagt tot zelfreflectie en tot het samen formuleren van praktisch stappen om vergrijzing te voorkomen en de band met de samenleving vitaal te houden. Wie zijn oren niet meer aan de grond van de maatschappij heeft, kan ook geen duwtjes in de goede richting meer geven. Dat is essentieel voor de overleving van onze sector.’

In de corona-crisis heeft de fondsenwereld wel laten zien nog steeds zeer relevant te zijn, en – in weerwil van de clichés – een stuk flexibeler dan menigeen dacht...

Siep Wijsenbeek: ‘Het klinkt raar, maar ik vind het eigenlijk alleen maar positief hoe de fondsen op de crisis gereageerd hebben. Dat ging in verschillende fasen. In de eerste fase na het uitbreken van de pandemie zijn de fondsen pal achter hun (uitvoerings)partners en projecten gaan staan: die hebben massaal van de FIN-leden extra steun gekregen, extra geld en begrip: “we begrijpen dat het evenement niet doorgaat, maar we gaan het wel financieren”, of: “wat heb je nodig om je organisatie coronaproof te maken?” Daardoor hebben de fondsen laten zien dat ze niet zo bureaucratisch zijn, als wel gedacht wordt.

Voor de fondsen zelf speelde al voor de pandemie een langere termijn-voedingsprobleem. Het renteklimaat maakt dat dat voorlopig wel zo zal blijven - elk jaar 4-5% kunnen uitgeven en tegelijkertijd het vermogen in stand houden, is niet realistisch - daar heeft elk fonds mee te maken. De korte termijnzorg zit vooral bij een behoorlijk aantal bedrijfsfondsen, die afhankelijk zijn van de winsten van hun ‘moederbedrijf’. Daar is minder geld beschikbaar en dat is natuurlijk problematisch op een moment dat dat geld hard nodig is.’

Wat valt je op aan de fase volgend op de eerste crisismaanden?

Siep Wijsenbeek: ‘Dat is zonder enige twijfel: samenwerken. Samenwerken loont! Wij hebben dat als FIN gefaciliteerd door alle (voorbeeld)projecten - zoals het project voor ongedocumenteerden die niet bij een voedselbank terecht kunnen - intern en extern een podium te geven. Alle thema’s zijn geraakt en worden nu door de coronacrisis alleen maar ingewikkelder, vooral de sociaal-economische doelen, die met armoede en schulden te maken hebben. De tweedeling in de samenleving wordt groter en dat kun je alleen tegengaan als je samenwerkt. Dat proces was al ingezet vóór corona, maar je ziet dat de pandemie een duidelijk katalysatoreffect heeft. Er is nu een sense of urgency, waardoor je fondsen hun Theory of Change naast elkaar ziet leggen: dat is echt heel bijzonder en we hebben die impuls ook nodig van onze grantees. Samenwerken, ook met overheden en goede doelenorganisaties, maakt je scherper.’

Meer informatie:

Over FIN, Vereniging van Fondsen in Nederland: Klik hier

Lees de column van Orchestra’s Roderik Bolle over en voor stichtingsbesturen: ‘Run it like a business!’


Raad & daad

Wilt u weten wat Orchestra voor uw ideële organisatie (goed doel, vermogensfonds of culturele instelling) kan besparen in geld en menskracht, waardoor er meer budget en tijd vrijkomt voor uw maatschappelijke missie? Klik hier

Wilt u weten welke klanten Orchestra bedient? Klik hier

Over de auteur: Tekst Edwin NL U kunt rechtstreeks contact met hem opnemen: klik hier

Gerelateerde artikelen